FUNCTIONELE ANATOMIE

In al mijn lessen, workshops en trainingen werk ik vanuit de functionele benadering van yoga. Dat betekent dat de houdingen geen doel op zich zijn, maar een middel om een bepaald doel te bereiken. En dat doel kan per yogastyle of per yogahouding verschillen. Het gaat er dus niet om hoe een houding eruitziet, maar hoe de houding voelt in jouw lichaam. De functionele benadering van yoga zorgt er ook voor dat er geen perfecte yogahouding bestaat: iedere positie van een hand of voet helpt of belemmert ons in het bereiken van het doel of doelgebied.

Het uitgangspunt is altijd dat ieder lichaam uniek is. Iedereen heeft een unieke botstructuur. De meest effectieve manier om dat doel of doelgebied te bereiken zal dus voor ieder lichaam anders (kunnen) zijn. Daarom werk ik zo min mogelijk met algemene aanwijzingen, want dat zou ervoor zorgen dat een deel van de deelnemers hun lichaam zal forceren in een houding die enerzijds het doel of doelgebied niet zal bereiken, maar daarnaast ook juist het risico creëert op blessures.

“What is medicine to one person, can be poison for another.” -Jo Phee

Iedereen is van nature ‘goed’ in bepaalde houdingen en minder ‘goed’ in andere houdingen. Enerzijds heeft dit te maken met de mate van flexibiliteit in het zachte weefsel in het lichaam. Flexibiliteit kun je beïnvloeden door veel te oefenen. Practice and all is coming. Aan de andere kant heeft het te maken met skeletability: de vorm en proportie van je botten die bepaalt wanneer je het punt van compressie bereikt. En wanneer je in een houding compressie ervaart, kun je oefenen tot je een ons weegt, maar tenzij je invloed kunt uitoefenen op de vorm van je botten, zul je daar niets aan kunnen veranderen. De kunst is dus om voor jezelf het verschil te leren voelen tussen flexibiliteit en compressie.

Wil je hier over weten? Kom dan naar mijn workshop ‘Flexibility vs Skeletability’.